vrijdag 18 oktober 2013

De sprong van Bob Beamon

Foto: IMAGEGLOBE
Het is vandaag exact 45 jaar geleden dat de Amerikaan Bob Beamon in Mexico-City het wereldrecord verspringen op 8m90 bracht. Hij sprong in de finale van de Olympische Spelen maar liefst 55,25 cm verder dan het vorige wereldrecord van de Rus Igor Ter-Owanesjan. Toegegeven: de omstandigheden in Mexico-City waren ideaal. Op 2240 meter hoogte is de luchtweerstand laag en de verspringers werden die bewuste 18 oktober 1968 gesteund door een rugwind van twee meter per seconde. Toch was dit een bovenmenselijke prestatie van Beamon en decennia lang was de hele atletiekwereld geïntrigeerd door de "sprong van de eeuw". Pas 23 jaar later, in 1993, werd het wereldrecord gebroken door een andere Amerikaan, Mike Powel. Hij sprong in Tokio 8m95 ver, een record dat tot op heden nog steeds overeind staat.

Na de Spelen van 1968 kon Beamon nooit echt zijn topprestatie bevestigen. Hij kwam erna nooit nog verder dan 8m22. Beamon vond uiteindelijk geen motivatie meer in de sport en kort nadat hij in 1970 afgestudeerd was aan de Universiteit van Texas, hield hij de atletiek voor bekeken. Hij begon een nieuwe carrière als maatschappelijk werker. Toch kijkt hij nog steeds met heel veel plezier en gepaste trots terug op zijn wereldrecord. "Er gaat geen dag voorbij dat ik niet denk aan mijn sprong en dat geeft me nog steeds een heel aangenaam gevoel. Het record is nu wel gebroken door Mike Powel, maar ik ben nog steeds in het bezit van het Olympisch Record en dat is ook iets wat ik koester"

(bron: Interview met Bob Beamon door Mike Rosenbaum, Detroit 2008).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten